Dwangmatig gedrag


Wat is dwangmatig gedrag?

Ieder mens kent een zekere mate van dwangmatig gedrag: een paar keer controleren of het gas echt uitgedaan is of niet op de randen van de stoeptegels lopen. Als dit gedrag veelvuldig en langdurig voorkomt en iemand ernstig beperkt wordt in het alledaagse leven, spreken we van een dwangstoornis.

Een dwangstoornis kan bestaan uit dwanggedachten (obsessies) en/of dwanghandelingen (compulsies).

Obsessies zijn terugkerende, storende en ongewenste gedachten die iemand niet van zich af kan zetten. Zo kan iemand de gedachte krijgen dat hij een ernstig ongeluk heeft veroorzaakt of dat hij iemand iets aandoet. Deze gedachten leveren veel onrust en stress op, al weet iemand rationeel dat deze gedachten niet op waarheid berusten.

Compulsies zijn handelingen die iemand moet uitvoeren van zichzelf, zoals het aantikken van objecten, het uitspreken van woorden of het recht leggen van voorwerpen. Smetvrees, teldwang, controledwang of verzameldwang vallen hier onder. Deze handelingen geven op dat moment even rust, maar even later begint hetzelfde proces opnieuw.

Een dwangstoornis kan zowel bij kinderen als volwassenen voorkomen. Mogelijke oorzaken zijn een verhoogde aanleg, het meemaken van ingrijpende ervaringen of langdurige stress.

Gevolgen in het dagelijks functioneren

Als u last heeft van een dwangstoornis, heeft dit grote gevolgen voor uw dagelijks leven. De dwang beheerst uw leven: u kunt er niet los van komen. Als u dwanggedachten heeft, kunt u zo bang worden dat u anderen iets aandoet, dat u niet meer naar buiten durft. In het geval van dwanghandelingen, heeft u misschien zoveel rituelen ontwikkeld voordat u uw huis kunt verlaten, dat het uren duurt voor u daarmee klaar bent.

Als u uw dwang niet kunt uiten, kunt u heel angstig worden, in paniek raken en het gevoel krijgen dat u de controle over de situatie kwijt bent.

 

PMT bij dwangmatig gedrag

De PMT kijkt samen met u naar de momenten waarop de dwang het hevigst is. Wat gebeurt er op dat moment met uw lijf? Waar ervaart u spanning? Welke gedachten heeft u? Welke emotie staat op de voorgrond? U gaat merken op welke manier uw gedachten, uw handelingen en uw emoties met elkaar samenhangen en dat u hier invloed op kunt uitoefenen. In bewegingsvormen kunt u oefenen met andere manieren van reageren als de spanning hoog oploopt. Zo kunt u ervaren dat de angst en dwang niet de baas over u zijn, maar dat u zelf de regie kunt voeren.